
Skjelmose verslaat superkampioenen Pogacar en Evenepoel in Amstel Gold Race
Skjelmose verslaat superkampioenen Pogacar en Evenepoel in Amstel Gold Race
Mattias Skjelmose kijkt op het podium eens goed om zich heen. Staan daar nu werkelijk Tadej Pogacar en Remco Evenepoel op de tredes onder hem. Heeft hij als outsider de twee superkampioenen van deze generatie nu echt in een rechtstreekse strijd geklopt? De 24-jarige Deen kan het amper geloven dat hij na een zinderende finale de Amstel Gold Race heeft gewonnen. Een wedstrijd die aantoont dat er zelfs voor de allerbesten van het peloton grenzen zijn.
“Ik kan het nog altijd niet geloven”, vertelt Skjelmose een uur na de wedstrijd. “Op de laatste klim van de Cauberg was ik al blij dat ik kon aanhaken bij die twee. Ik was blij dat ze geen aanval plaatsten. En voor de sprint gaf ik mezelf maximaal tien procent kans. Hier verras ik mezelf enorm. Ik heb mooie overwinningen geboekt, maar een klassieker van dit niveau winnen is van een hoger niveau. En zeker de Amstel Gold Race. Van de Ardennen-klassiekers had ik gedacht dat dit de wedstrijd is die mij het minst lag. Als het zo’n zware wedstrijd zoals nu is, dan gelden er echter andere wetten.”
De vreugde bij Skjelmose staat in schril contrast bij de teleurstelling bij Pogacar. Hoewel de wereldkampioen de ene na de andere grote wedstrijd in zijn loopbaan heeft gewonnen, doet de tweede plek hem toch pijn. “Julian Alaphilippe heeft de wedstrijd voor mij hard gemaakt met zijn versnelling op de Gulperberg”, wijst hij naar het moment op 47 kilometer van de streep dat hij zijn aanval inzette. Een klim verder, op de Kruisberg begint de Sloveen aan zijn solo.
“Misschien was ik iets te enthousiast met mijn vroege aanval”, vervolgt Pogacar. “In de laatste vijftien kilometer stond er behoorlijk wat tegenwind. Daar betaalde ik de tol van mijn eerdere inspanningen. Toen ik zag dat de kloof naar Remco en Mattias klein bleef, heb ik besloten om op hen te wachten. Op de laatste klim van de Cauberg maakte niemand een beweging. In de sprint zat ik goed. Remco zette al vroeg aan, waardoor ik ook moest gaan. In de laatste meters kon Mattias echter nog van achter me komen. Dit was een heel zware wedstrijd. Al moet ik wel zeggen dat ik een week eerder in Parijs-Roubaix nog meer heb afgezien.”
Voor het eerst kreeg het publiek in een eendagskoers ook een duel te zien tussen Pogacar en Evenepoel. Met de winst van Skjelmose is dit voorlopig onbeslist, al voelt Evenpoel zich de morele winnaar in deze tweestrijd tussen de allergrootsten. “Ik ben vroeg in de wedstrijd op mijn elleboog gevallen en heb vervolgens veel energie verloren om terug te komen”, zegt de Belg op de persconferentie. “Op het moment dat Alaphilippe en Pogacar op de Gulperberg er vandoor gingen, zat ik door de inspanningen van de val te ver van achteren. Had ik toen meegezeten, dan was het een heel andere koers geworden.”
In de achtervolging op Pogacar doet Evenepoel dan ook kilometerslang vrijwel al het werk en kan Skjelmose hem slechts sporadisch bijstaan. “Dat is koers. Ik denk dat ik in het laatste deel van de wedstrijd de sterkste was. Ik rijd uiteindelijk de kloof naar Pogacar dicht en op bijvoorbeeld de voorlaatste klim van de Cauberg maak ik zo’n 15 seconden op hem goed. De sprint ga ik zo’n vijftig meter te vroeg aan. Dat is een fout. Maar ik haal hier veel vertrouwen uit voor de komende Ardennenklassiekers. En na mijn eerste Amstel Gold Race weet ik zeker dat ik hier nog eens terug kom om opnieuw voor de overwinning te strijden.”